De invloed van de Turkse president Recep Tayyip Erdogan op de Belgische Turkse gemeenschap is onaanvaardbaar.
De coup van 15 juli in Turkije en de nasleep ervan hebben aangetoond hoe sterk de band tussen de Turkse gemeenschap in ons land en vaderland Turkije nog altijd is. Al hoeft dat niet te verbazen. Onder het bewind van president Erdogan spaart Turkije minder dan ooit kosten noch moeite om de Turkse gemeenschappen in Europa aan zich te binden.
Een van de belangrijkste instrumenten is Diyanet. Het Turkse ministerie voor Geloofszaken bepaalt niet alleen de morele normen in eigen land, maar staat tevens in contact met zijn dochterorganisaties in heel Europa. In België vallen tientallen moskeeën onder het gezag van het ministerie. Het gebed als de uitgelezen plaats voor de president om zijn stem te laten horen. Niet geheel toevallig wordt in binnen- en buitenland het soennisme steeds vaker uitgespeeld als de verbindende factor in de identiteit van de Turkse eersterangsburger. De nalatenschap van de kemalisten (de seculiere volgelingen van Mustafa Kemal Atatürk, de vader van het moderne Turkije, red.) verdwijnt in de prullenmand.
De verbondenheid die Erdogan nastreeft met de Turkse gemeenschappen in Europa is geenszins onschuldig. De steun van de diaspora in Europa moet helpen de kritiek van de Europese overheden op de Turkse omslag naar een autocratie van binnenuit te milderen.
Om dat sentiment van samenhorigheid te vergroten speelt het regime een beproefde troef uit: die van de externe vijand. De voormalige compagnon de route van Erdogan, Fethullah Gülen, is gebrandmerkt als de orkestmeester van de coup en als staatsvijand nummer een. De export van het conflict naar de Turkse diaspora om het samenhorigheidsgevoel te vergroten, leidde vorige week bij ons tot de beroering rond de Lucernacolleges en de basisscholen die verbonden zijn met de Hizmetbeweging van Gülen. Onaanvaardbare dreigementen werden geuit aan het adres van Turkse ouders die naar eer en geweten hun kinderen naar de school van hun keuze wilden sturen. Enkele weken voordien bestormden sympathisanten van Erdogans AK-partij een gemeenschapscentrum van Gülenaanhangers in Beringen. En de Erdogan-kritische Belgisch-Turkse krant Zaman België is er na bedreigingen mee gestopt.
Dat is onaanvaardbaar. We mogen niet toelaten dat het gif van de Turkse autocratie onze liberale democratie binnendringt. Hoe beide bestuursvormen omgaan met tegenstellingen en conflicten in hun samenleving definieert hen. Autocratische regimes wakkeren de tweespalt in de samenleving aan omdat dat hen voedt. De interne cohesie wordt versterkt via de vaak artificieel gecreëerde externe vijand. Het wij-zijverhaal, het soennieten-alevietenverhaal, het AKP-PKK-verhaal of meest recentelijk het verhaal van de Erdogan- of Gülen-aanhangers.
Liberale democratieën floreren door toe te zien op het vreedzame verloop van het maatschappelijke conflict. Onze staatsvorm is het antwoord op bloedvergieten in het verleden vanwege onverzoenbaar geachte (vaak religieuze) onenigheid.
Behoeder
De vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst en de vrijheid van menings- uiting zijn het gevolg van dat voortschrijdende inzicht. De taak van de overheid is de naleving van die grondwettelijke rechten af te dwingen. Het vreedzame debat dat daaruit ontspruit, is de voornaamste oorzaak van de vooruitgang van onze samenlevingsvorm. De staat als behoeder van de maatschappelijke rust in plaats van als aanstoker van het conflict.
Het is geen toeval dat staten die uit zelfbehoud het conflict aanstoken net die vrijheden ondergraven. Regimes die leven van verdeeldheid verdragen diversiteit noch het vrije woord. De ongediscrimineerde vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst belemmert de staat gebruik te maken van het levensbeschouwelijke instrument om aan collectieve identiteitsvorming te doen.
De boodschap dat onze Belgische liberale democratie om die redenen superieur is aan de Turkse autocratie moeten we dan ook durven uit te dragen. Net als de boodschap dat zomerpolitici beter twee keer nadenken alvorens ze de vrijheid van meningsuiting wensen te ondergraven.
Maar we moeten vooral de Turkse gemeenschap aanmanen Erdogans cultuur van geweld en bedreiging niet in onze rechtsstaat te importeren. We moeten hen ervan overtuigen de gesloten samenleving te verwerpen en mee te bouwen aan onze open samenleving. En we moeten elke financiële steun uit het buitenland aan geloofsgemeenschappen in België verbieden.
Bron: De Tijd 2 september 2016