Telkens rond deze tijd van het jaar ontstaat er ophef over de Amerikaanse NGO “Men Having Babies”. Ook afgelopen weekend streek de organisatie weer neer in Brussel. Net als de afgelopen jaren organiseerde ze een draagmoederschapsbeurs voor homoparen. Tegenstanders bekritiseren de promotie op de beurs van commercieel draagmoederschap als oplossing voor de onvervulde kinderwens van homokoppels. Commercieel draagmoederschap plakt een prijs op een kind en leidt tot de instrumentalisering en uitbuiting van de vrouw.
Rechtszekerheid
Dat dit onaanvaardbaar is, daarover bestaat een brede consensus. Een verbod op deze beurzen –doorgaans de wens van de critici- biedt echter geen duurzame oplossing. Een wettelijk kader voor draagmoederschap doet dat wel. Wie een blik werpt op het programma van de geplande moederschapsbeurs, beseft dit meteen. Eén luikt bespreekt de mogelijkheid voor Europese homomannen om in Amerika of Canada op zoek te gaan naar een draagmoeder. Een ander luik bekijkt de politieke ontwikkelingen rond draagmoederschap in Europa. Meer specifiek gaat het over Frankrijk, Nederland en Italië. Van België is geen sprake.
Het toont aan dat de organisatie beantwoordt –hoewel een antwoord waar we het niet eens mee hoeven te zijn- op een bestaande vraag van homokoppels in onze samenleving. Wijzelf daarentegen blijven hen een antwoord schuldig. Met een verbod op een beurs verdwijnt de vraag niet. Het bestrijdt een symptoom daar waar een wettelijk kader de oorzaak aanpakt: rechtszekerheid bieden aan een kinderwens die door de moderne mogelijkheden vandaag vervuld kan worden.
Niet verliezen in regeltjes
Een goede wetgeving rond draagmoederschap moet breed gedragen ethische principes weerspiegelen. Dit betekent uiteraard een verbod op commercieel draagmoederschap en evenzeer dat draagmoederschap omwille van esthetische redenen of carrièreplanning uit den boze is. Dit wil ook zeggen dat de wet doelgroepen niet uitsluit, illegaliteit niet aanmoedigt en de kansen op een goede afloop van het draagmoederschapstraject niet hypothekeert. Het lijkt contraïntuïtief, maar juist een wet die zichzelf niet verliest in regeltjes, maakt de beste kans om deze valkuilen te vermijden.
Ten eerste mag een verbod op commercieel draagmoederschap zo tegelijk geen averechts effect hebben. De voorziene onkostenvergoeding moet wie wil en kan zwanger zijn voor een ander financieel in staat stellen dit engagement daadwerkelijk aan te gaan. Anders zet je toch weer de deur open voor draagmoederschap tegen betaling, zij het dan via een illegaal circuit. In dat geval zijn we enkel nog verder verwijderd van het beoogde doel.
Ten tweede moet het hele proces omkaderd worden door een multidisciplinair team experten. Zowel de medische, sociale, psychologische als juridische impact moet duidelijk gecommuniceerd worden en door zowel draagmoeder als wensouders volledig zijn overwogen vooraleer het draagmoederschapstraject aanvangt. Die grondige screening en voorlichting verlaagt het risico dat er verderop in het proces zaken zullen mislopen.
Ten derde hoort laagtechnologisch draagmoederschap een mogelijkheid te zijn. Het uitsluiten een genetische band tussen draagmoeder en kind, zet namelijk de deur open voor illegaliteit. In de praktijk duiken net hier de meest schrijnende casussen op. Bovendien komen homoparen hierdoor in de kou te staan en sluiten we dus een doelgroep uit. Zij moeten dan immers op zoek naar én een draagmoeder én een eicel om met eigen zaadcellen te bevruchten.
Tot slot is met het oog op rechtszekerheid een aanpassing van het afstammingsrecht noodzakelijk. De weg van adoptie die door sommigen wordt voorgesteld, bewandelen we daarbij best niet. Dit laat iedereen tussen twee maanden (de bedenktijd die de draagmoeder sowieso heeft) en twee jaar (einde van de procedure) in het ongewisse, met heel wat gevolgen van dien in geval van bijvoorbeeld overlijden. Een kortere adoptieregeling mildert die onzekerheid weliswaar, maar is een jeugdbeschermingsmaateregel. Het kan onmogelijk de bedoeling zijn deze maatregel te hanteren wanneer het gaat over een kind, bewust gewild door de wensouders en bewust gedragen door een altruïstische draagmoeder. De enige juiste weg is daarom de juridische procedure die ook gevolgd wordt voor andere ouders die uitkijken naar de geboorte van hun kind: het vastleggen van de rechtstreekse afstammingsband tussen de wensouders en kind vanaf het ogenblik van de geboorte.
Onbeantwoorde vragen
Een wetgevend initiatief wordt al jaren aangekondigd. Maar telkens weer treedt koudwatervrees op wanneer de media in een reflex steevast de meest schrijnende gevallen uit het verleden aanhalen. Pijnlijk ironisch is net een goede wetgeving de oplossing voor deze schrijnende gevallen.
Afgelopen weekend trokken vele mannelijke homokoppels met een kinderwens met hun vragen naar Brussel. Ze kregen er antwoorden van de Amerikaanse NGO “Men Having Babies”. Nochtans zouden niet zij, maar wij een antwoord moeten bieden. Een antwoord dat deze ouders de kans biedt hun wens om een kind in vervulling te zien gaan waarvan zij vanaf dag één ook de juridisch de ouders zijn.