De keuze is aan Peeters, De Wever en de socialisten
De partijen van Peeters, de Wever en de socialisten weigeren tot vandaag onze samenleving te wapenen tegen antisemitisme en bij uitbreiding racisme door te garanderen dat elke jongere die de schoolbanken verlaat het verleden van de Holocaust kent. Hopelijk stemmen ze hier morgenmiddag tijdens de plenaire zitting van het Vlaams parlement wel mee in.
In België is iedereen gelijk voor de wet. Artikel 10 van onze grondwet garandeert dit; artikel 11 verbiedt discriminatie. Wettelijke garanties waar we fier op mogen zijn. België en bij uitbreiding Europa gaan voorop in het wettelijk toekennen van vrijheden en rechten aan haar burgers en het bestrijden van discriminatie. Tegelijkertijd is het cynische aan wetten dat ze net bestaan om te trachten een bestaande realiteit bij te sturen. Niet voor niets bevestigt de uitzondering de regel. En in België, zo blijkt uit een studie van het Europees Agentschap voor de Grondrechten, zijn er gemiddeld meer uitzonderingen op de regel dan in de rest van Europa wanneer we spreken over racisme en meer bepaald racisme tegen Joden.
Zo kreeg 31% van de Belgische Joden volgens de studie het afgelopen jaar te maken met antisemitisme. Enkel Hongarije scoort slechter. Eerder, in 2011, gaf een studie van Paris Match aan dat 43% van de Belgen vindt dat het nazisme interessante ideeën bevat. Deze cijfers wijzen erop dat antisemitisme aan een opmars bezig is in België en Europa. De verklaring luidt dat mensen in tijden van economische crisis op zoek gaan naar een zondebok. Het zou het succes verklaren van conservatief-rechts in verschillende landen in Europa, met in Griekenland de Gouden Dageraad partij, in Frankrijk Marie Le Pen of in Nederland Geert Wilders. Ik weiger echter mee te gaan in dit fatalistisch denken en schouderophalend deze oorzaak-gevolgredenering als een onontkoombaar fenomeen te beschouwen.
De opgang van deze onverdraagzaamheid moet bestreden worden door op het terrein gevolg te geven aan de grondwaarden en –wetten in onze samenleving. Beleidsmakers zijn verplicht hun –daar komt hét politieke woord van het decennium weer- ‘verantwoordelijkheid’ op te nemen. In plaats van maatschappelijke tendensen te volgen moeten ze durven te wijzen op het gevaar ervan. De Belgische Senaat deed dit door begin vorig jaar de verantwoordelijkheid van België tijdens de Holocaust te erkennen. Wallonië deed dit door in navolging hiervan in te zetten op Holocausteducatie.
Deze keuze voor Holocausteducatie is een uitstekend voorbeeld van gevolg geven aan de grondwaarden en -wetten in onze samenleving. Bovenop het wettelijk garanderen van gelijkheid en het strafbaar maken van discriminatie, is holocausteducatie een manier om de bevolking op een meer directe manier te sensibiliseren. Immers, Historia docet: het verleden biedt ons lessen aan. Ook in 1933 woedde er een economische crisis. En de ‘Nieuwe Orde’ koos ook toen voor de verheerlijking van één groep en de stigmatisering van de ander. Het onderwijs heeft meer dan ooit de taak dit verleden levende te houden aangezien de natuurlijke overlevering van de Holocaust samen met haar oud-strijders uitsterft. Het gevolg laat zich raden: één op de twee jongeren onder de 25 weet niet dat het antisemitisme één van de pijlers van het nazisme was. Het kan deels mee de opgang van het antisemitisme in onze samenleving verklaren. Deze zwarte bladzijden uit ons verleden blijven herdenken is dan ook het beste tegengif tegen racistische ideeën en de beste garantie op een meer verdraagzame toekomst. Het kan antisemitisme en bij uitbreiding racisme in onze samenleving wegwerken. Of in ieder geval er een zo klein mogelijke uitzondering op de regel van maken.
Vlaanderen weigert tot vandaag in navolging van Wallonië in te zetten op Holocausteducatie. Tijdens de commissie onderwijs vorige maand verwierpen de partijen van Peeters, De wever en socialisten een resolutie die de Holocaust expliciet wil opnemen in de eindtermen van het secundair onderwijs. Of dit het gevolg is van de wens van de meerderheid om niet in te gaan op een voorstel van de oppositie, dan wel omdat de coalitiepartners voordien al met elkaar in de clinch hebben gelegen over dit sombere verleden, is dan nog maar de vraag. Geen van beide zijn echter valabele argumenten.
Morgenmiddag staat deze resolutie opnieuw op de agenda van het Vlaams parlement en krijgt de meerderheid een herkansing om zich net als de Belgische Senaat en de Waalse overheid van hun taak te kwijten; van hun plicht de gevoelens die leven in de samenleving die niet stroken met artikel 10 of 11 van onze grondwet te bestrijden. Het is de keuze tussen een populistische ingegeven beleid van schouderophalend niets doen of een beleid dat gelooft in de maakbare samenleving en hierop inzet. De federale en Waalse overheden hebben al gekozen. Ik ben benieuwd wat de keuze van de partijen van Peeters, De Wever en de socialisten deze morgenmiddag zal zijn.