23 april 2013

Ook de islam moet inburgeren

’15-jarige Antwerpse scholier vecht in Syrië’. ‘Voedselbedelingen dienen om strijders te ronselen’. ‘De school heeft het groepje extremisten onder controle’. Dit zijn slechts enkele krantenkoppen die gisteren verschenen. Berichten over een radicale islamminderheid in ons land blijven onze kranten nu al weken vullen; en het einde lijkt niet in zicht. Voor deze minderheid van geradicaliseerde moslims mogen we onze ogen niet langer sluiten. Maar evengoed moeten we de gematigde islamitische meerderheid ondersteunen en betrekken in onze maatschappelijk strijd tegen dit fundamentalisme. Dit is mijn overtuiging en deze wordt ondersteund door een enquête, uitgevoerd door de Gazet van Antwerpen (GVA, 22/4).

De enquête bevestigt dat een overgrote meerderheid van de moslimjongeren het islamfundamentalisme afwijst en hekelt dat het hen als meerderheid in een slecht daglicht plaatst. Dit valt toe te juichen, en net deze jongeren moeten meer aan het woord gelaten en betrokken worden. In de eerste plaats om niet te verworden tot een samenleving die deze belangrijke gemeenschap in onze maatschappij in haar totaliteit door de mangel haalt. De islamitische gemeenschap is een deel van onze multiculturele en –religieuze samenleving; net als deze jongeren. Zij zijn de eerste en belangrijkste bondgenoot in de strijd tegen het fundamentalisme.

Naast deze afwijzende meerderheid bevestigt de enquête echter ook de aanwezigheid van een radicale minderheid. Maar liefst 15 procent van de moslimjongens aanvaardt moslimterrorisme en de helft van de moslimjongeren heeft het extremisme zien toenemen de afgelopen jaren. Dit toont dat onze samenleving voor een enorme uitdaging staat die verder reikt dan de jongeren die naar Syrië trekken. Zij zijn het symptoom van een dieperliggend fundamentalisme dat niet rijmt met onze westerse seculiere samenleving. Aangezien het cultuurrelativisme achter ons ligt kunnen en moeten we dit probleem ondubbelzinnig benoemen; en het vervolgens bestrijden. Dit moet gebeuren op een integrale manier waarbij het hele spectrum aan maatregelen, repressief en preventief, aan bod komt. De staatsveiligheid en het onderwijs, straathoekwerk en imams, justitie en de VDAB: allen moeten bijdragen om deze jongeren, de derde generatie, eindelijk in haar totaliteit in te schrijven in onze samenleving.

Het ondersteunen van de gematigde meerderheid en het bestrijden van de radicale minderheid moet onder meer gebeuren in de moskee. Eén op de tien jongeren is van oordeel dat een imam het recht heeft haat te prediken. Eén op de vier is hieraan reeds blootgesteld. Dit is onaanvaardbaar. Onze samenleving is een open samenleving die verschillende religies erkend en ondersteund. Maar onze samenleving is ook een samenleving met een wettelijk kader dat de waarden en normen van onze samenleving beschermt en waarin fundamentalisme geen plaats heeft. Tegenover de rechten die de overheid waarborgt mogen daarom ook voorwaarden staan. Aan de islamgemeenschap mag de voorwaarde gesteld worden dat de imam in de moskee onze westerse seculiere samenleving kent en erkent. Dat hij zijn gemeenschap wegwijs maakt in een geloof dat past binnen deze seculiere, westerse maatschappij. Dit is vandaag de dag, zo toont de enquête, nog niet het geval.

Dit valt deels te verklaren doordat de moskee vaak bemand wordt door pendelimams. Zij spreken vaak de taal niet, hebben geen voeling met onze leefwereld en kunnen integendeel wortels hebben in een niet-seculiere leefwereld waarin radicale stromingen van de islam gangbaar zijn. Daarom is er nood aan een inburgeringscursus die aan de bedienaars van een eredienst, afkomstig van buiten de EU, meer voorwaarden stelt. Door de grote verantwoordelijkheid die zij dragen lijkt mij dit niet meer dan de evidentie. Ik heb daarom een decreet neergelegd dat, aanvullend op het primaire inburgeringstraject, een theologische inburgeringscursus installeert. Bedienaars van een eredienst zouden in deze theologische inburgeringscursus, naast het Nederlands en maatschappelijke oriëntatie, wegwijs gemaakt worden in de verschillende stromingen binnen hun eigen religie en de verschillen en overeenkomsten met de andere erkende religies. Op deze manier zal de interreligieuze verdraagzaamheid en de verdraagzaamheid tussen de varianten binnen één en dezelfde religie aangemoedigd worden. Maar bovenal wordt bedienaars van een eredienst diets gemaakt welke religieuze bepalingen niet aanvaardbaar zijn binnen onze seculiere westerse samenleving. Een eindexamen zal vervolgens moeten aantonen of het inburgeringstraject met succes gevolgd is. Op deze manier zullen imams, ook deze van buiten de EU, de kwaliteiten meegegeven worden om als verantwoordelijke leiders op te treden voor hun religieuze gemeenschap.

De symptomen hebben ons wakker geschud. Laat ons de dieperliggende oorzaak, het islamfundamentalisme, zonder complexen benoemen en aanpakken. Het stellen van eisen aan imams, sleutelfiguren in deze religieuze gemeenschap, via een inburgeringstraject is een logisch en verantwoord initiatief om de islamgemeenschap en onze maatschappij in z’n geheel verder te helpen.

Reageer:
  1. Naam*
  2. E-mail*
  3. Bericht*