Algemeen

Gevangenen krijgen propaganda mee naar huis

Dit bericht delen

Als opgesloten terroristen of moslimgevangenen brieven krijgen van radicale organisaties, mogen ze die bij hun vrijlating mee naar huis nemen. Dat blijkt uit gelekte info van Justitie.

Zaterdag maakte De Tijd bekend dat onrustwekkende informatie is geschrapt uit de parlementaire antwoorden van minister van Justitie Koen Geens (CD&V) over de aanpak van de 450 terrorisme- en geradicaliseerde gevangenen in ons land. Degeschrapte passages gingen onder andere over het gebruik van smartphones in degevangenis, zelfgemaakte wapens, het ontbreken van een draaiboek om radicalisering te signaleren en verwarring over de opvolging van gedetineerden als die een enkelband krijgen. Die passages kwamen aan het licht omdat het kabinet-Geens per ongeluk denota’s van de veiligheidsdiensten had meegestuurd met de antwoorden.

En er duiken nog meer pijnlijke situaties op. Zo stelde Open VLD-senator Jean-Jacques DeGucht ook vragen aan Geens over radicale organisaties zoals het Franse Sanabil die brieven sturen naar opgesloten terroristen en via die brieven ook moslimgedetineerden trachten te radicaliseren. In zijn officiële antwoord van april vorig jaar stelde de minister nog gerust dat de brieven van organisaties als Sanabil ‘niet worden overhandigd’ aan de gevangenen. Ze worden dus onderschept. Geens verwees naar het wetsartikel dat dat mogelijk maakt en een richtlijn die daarover al eind 2015 is rondgestuurd in het gevangeniswezen.

Maar in de gelekte nota stond nog een extra passage die werd geschrapt: ‘De brieven van Sanabil worden wel overgedragen naar de’verboden voorwerpen’ en meegegeven bij het verlaten van de gevangenis.’ De volledige realiteit is dus dat radicale brieven aan terrorisme- en moslimgevangenen worden tegengehouden, maar dat de gevangenen die wel nog in handen krijgen als ze weer op vrije voeten zijn.

Nochtans is de briefwisseling van zulke radicale organisaties niet ongevaarlijk. Zo hadden tal van terroristen in België en Frankrijk voor of na hun terreurdaden contact met het in november 2016 opgedoekte Sanabil. Dat was onder meer het geval voor Mehdi Nemmouche, die in 2014 de aanslag op het Joodse museum pleegde, en Al Qaeda-’terreurweduwe’ Malika El-Aroud toen ze nog in de cel zat. Sanabil is niet de enige organisatie die steun biedt of geboden heeft aan opgesloten terroristen en geradicaliseerden.

Dat de extremistische briefwisseling uiteindelijk toch in handen komt van degedetineerden, was niet de enige info die uit het parlementaire antwoord werd geschrapt. Geens gaf toe dat het niet gemakkelijk was alle gedetineerden in kaart te brengen die brieven van Sanabil hebben ontvangen, omdat denaam van de organisatie vaak is weggelaten en er alleen een adres wordt vermeld. In degeschrapte passage leren we echter dat deStaatsveiligheid een groot deel van de brieven niet kan onderscheppen: ‘Een persoon die nog geen tekenen van radicalisering vertoont, kan niet worden gevolgd door de VSSE (deStaatsveiligheid, red.). Aangezien Sanabil post kan versturen naar alle moslimgedetineerden is het mogelijk dat contacten hebben plaatsgevonden zonder dat die noodzakelijkerwijze werden geregistreerd.’

De info die uitlekt over de bijna 450 terrorisme- en geradicaliseerde gevangenen in ons land bekommert ook de parlementaire onderzoekscommissie naar de aanslagen van 22 maart. Die kwam gisteren achter gesloten deuren bijeen. De Kamerleden besloten over de kwestie een brief te richten aan minister Geens. Ze willen vernemen of de uitgelekte info correct is en hoe het staat met deuitvoering van de aanbeveling die deonderzoekscommissie al over deze problematiek had gedaan.

Wat Geens wel vrijgaf, is dat de Cel Radicalisering in Gevangenissen, die in 2015 werd opgericht bij de Staatsveiligheid, nu tien mensen telt.

LARS BOVÉ ■

Andere nieuwsberichten

Algemeen

Toren Sint-Jozefkerk gevaar voor publieke veiligheid

Algemeen

Schepen van Evenementen: “Ik las komst Marktrock in de krant”