Algemeen

‘Wij worden de dupe van deze crisis’

Dit bericht delen

Politiek Vijf nieuwkomers over parlementair werk met de handrem op, het gedrocht België en de schaduw van de economische ramp

Op enkele dagen van het iconische 15 juli is de politieke impasse groter dan ooit. De Tijd zette daarom vijf politieke beloftes samen voor een debat. De jonge garde blikt terug op het afgelopen crisisjaar met veel ergernis en frustratie. Maar opvallend: de nieuwkomers hebben hun geloof in de politiek niet verloren. ‘Deze crisis werkt louterend. Onze motivatie om het anders en beter te doen, is groter dan ooit.’

Een klein Brussels restaurant in de schaduw van het federale parlement. Aan tafel vijf jonge beloftes uit de Belgische politiek. Jean-Jacques De Gucht (senator Open VLD), Meryem Almaci (Kamerfractieleider Groen!), Rob Van de Velde (Kamerlid Lijst Dedecker), Bert De Brabandere (voorzitter Jong CD&V) en John Crombez (fractiesecretaris sp.a) komen uit vijf politieke strekkingen. Maar één ding hebben ze gemeen: hun afkeer voor de politieke vaudeville van het afgelopen jaar.

Hebben de nieuwkomers in de federale politiek spijt dat ze zich in die politieke slangenkuil hebben gewaagd? Zeker niet. De politieke gijzeling die al meer dan een jaar aan de gang is, heeft de jonge garde alleen maar strijdvaardiger gemaakt. Als onderwerpen als het Generatiepact, het Zilverfonds of de rigiditeit van de arbeidsmarkt op tafel komen, vliegen de argumenten over en weer. De jongeren beseffen dat het water ons economisch aan de lippen staat. En dat hun generatie het gelag zal moeten betalen.

Net dat maakt deze crisis voor hen zo hallucinant. En ze krijgen het navelstaren van de Wetstraat hoe langer hoe minder verkocht aan hun omgeving. ‘Ik krijg aan mijn moeder niet meer uitgelegd waar wij al een jaar mee bezig zijn’, geeft Meryem Almaci als voorbeeld. ‘Ondertussen rijst de inflatie de pan uit en zijn voor 2 miljard euro beloften gedaan aan de mensen. Maar aan de socio-economische situatie verandert niets.’

‘Deadlines en mythische data worden telkens gerelativeerd’, merkt John Crombez nuchter op. ‘Dat zie je nu ook weer gebeuren. Het wantrouwen in de politiek wordt er alleen groter door. Jongeren raken ongeïnteresseerd en moedeloos. En ze worden kwaad. Het gaat nu al zo lang over niets. Dat kan toch niet. Jongeren zitten met vragen over de vergrijzing of de koopkracht en zien een regering die daar niets aan doet. Hoe belangrijk de staatshervorming ook is, het is nog geen reden om het land niet te besturen.’

Dat horen we al een jaar.

Meryem Almaci: ‘De groene fractie heeft berekend hoeveel wetgevende initiatieven de regering nam sinds ze ‘werkt’: acht. Waarvan vier in lopende zaken.’

Bert De Brabandere: ‘Maar dat keuren wij ook niet goed.’

Almaci: ‘Het toont dat de meerderheid er niet in slaagt de inertie te doorbreken. Zelfs als je weet dat de regering er is gekomen uit noodzaak en niet uit liefde, dan nog snap ik niet hoe het kan dat ministers elkaar zo bekampen. Daarvan zijn er van dag tot dag voorbeelden.’

Rob Van de Velde: ‘Omdat ze in een verkiezingslogica blijven zitten. Onze staatsstructuur is zo ingewikkeld dat je van verkiezing naar verkiezing gaat. Zodra de verkiezingen van 10 juni achter de rug waren, besefte men dat het enorm moeilijk zou zijn om tot een akkoord te komen. Men probeert nog een akkoord in elkaar te draaien omdat men de gewestverkiezingen van 2009 niet wil verliezen. Zo’n situatie blijft niet houdbaar.’

Jean-Jacques De Gucht: ‘Sommige partijen zijn ertegen verkiezingen samen te laten vallen. Maar het is inderdaad een probleem dat men zodanig met de verkiezingen van 2009 in het achterhoofd zit.’

De Brabandere: (lachend) ‘Ah, je pleit dus voor federale verkiezingen in 2009?’

De Gucht: ‘Neen, dat heb ik niet gezegd! Maar het is een illusie te denken dat mensen het verschil maken tussen Vlaams en federaal, en dat aparte verkiezingen daartoe bijdragen. Mensen zijn daar volgens mij ook niet in geïnteresseerd. Er is nood aan economische maatregelen die misschien niet zo populair zijn en minder stemmen opleveren, maar als je in een systeem zit waarin iedereen zich inhoudt met de volgende verkiezing in het zicht …’

John Crombez: ‘Ze zijn zich aan het inhouden, en mensen begrijpen niet waarom, want het gaat allemaal om politiek-strategische onderhandelingslogica. Dat is politique politicienne.’

De Brabandere: ‘Met samenvallende verkiezingen heb je, als je toegevingen moet doen, daarna drie, vier jaren van communautaire rust waarin je kan tonen wat je kan en dat het resultaten opbrengt. Vooral voor de Franstaligen kan dat van pas komen. Volgens mij is er vooral geen beleid om twee andere redenen. Eén: er is geen geld, en met een lege portemonnee koop je niets. Het was toch Verhofstadt zelf die zei dat de kas leeg is? Twee: Vlaanderen en Wallonië kennen elkaar niet. Na 10 juni heeft men gemerkt dat elke kant beloften heeft gedaan in verschillende richtingen.’

Dat is het cliché dat de oudere generatie aanhaalt: jullie komen er niet uit want jullie kennen elkaar niet meer.

Almaci: ‘Het klopt wel dat zij er in het verleden in slaagden een concensus te vinden, en dat het hielp dat zij de politici en de situatie aan de andere kant van de taalgrens wel kenden. Dialoog is essentieel.’

De Gucht: ‘Er is nu zeker een polarisering. En niet alleen aan Vlaamse kant, aan de andere kant minstens evenveel. Het klopt inderdaad dat er, ook nog in de generatie van mijn vader, meer contact was met mensen van de andere taalgroep. Ook de jongerenorganisaties zaten nog onder dezelfde koepel.’

De Brabandere: ‘Net omdat we inzien dat het niet werkt zoals het nu loopt, proberen we dat contact te herstellen. Voor een organisatie als Jong CD&V, met 8.000 leden die gevormd willen worden, is deze periode ook louterend: we zien hoe het niet moet. We leren uit de fouten die worden gemaakt. De groenen zitten nog samen in één fractie, ik weet dat ook Jong VLD nog contacten heeft met de jongeren van de MR. En ook wij zitten weer regelmatig samen met de mensen van Les Jeunes cdH.’

Almaci: ‘Dat soort overwegingen had uw partij beter gemaakt vooraleer ze naar buiten kwam met een polariserende verkiezingscampagne. Het is net CD&V, met de man die 800.000 stemmen haalde voorop, dat de mensen beloften heeft gedaan die we vandaag niet kunnen waarmaken. Dat Brussel-Halle-Vilvoorde bijvoorbeeld in vijf minuten opgelost zou worden, en zonder compensaties.’

De Brabandere: ‘Ik heb me in het verleden al uitgesproken over de vraag of de campagne te populistisch was. Het is zo dat in de campagne dingen gezegd zijn waarmee je later problemen zou krijgen. Er is zeer zwaar op de Vlaamse gevoelens ingespeeld.’

Wat opvalt, is dat het parlement er niet in slaagt het laken naar zich toe te trekken. Een bewijs dat dit parlement aan banden ligt?

Almaci: ‘Als de regering lam ligt, ligt de meerderheid lam, en als de meerderheid lam ligt, werkt het parlement niet. Wat de oppositie ook aanbrengt, het kan geblokkeerd worden, en het wordt geblokkeerd. Wij dienden met de Groen-Ecolo-fractie al tachtig wetsvoorstellen in, maar die worden niet behandeld. Of neem het voorstel om de maximale basisrente op spaarboekjes te verhogen: daarover bestaat een consensus in alle partijen en toch presteert minister van Financiën Didier Reynders het om te stellen dat onderzocht moet worden of dat wenselijk is.’

Crombez: ‘Dat is trouwens een keerpunt, de eerste keer dat het parlement zo tegen de regering ingaat.’

Van de Velde: ‘Er blijft ook de controle van het regeringswerk. Het is niet veel, maar wat er gebeurt, controleren we.’

Crombez: ‘Hm, maar dan nog. Op 15 juli is er ook de begrotingscontrole. We vragen nu al een paar maanden dat Reynders het parlement daarvoor de cijfers geeft. Idem met het rapport over de notionele intrestaftrek. Maar hij geeft die essentiële informatie gewoon niet aan het parlement, we moeten het in de kranten lezen.’

‘De voorzitters van Kamer en Senaat spelen daarin een nefaste rol. Normaal moet de voorzitter zorgen voor de goede werking van het parlement, en dat gebeurt nu niet. Een voorbeeld uit de Senaat: de voorzitter zet de commissie Institutionele Hervormingen daar al een hele tijd niet meer op de agenda. In deze tijden! En je kan dat niet afdwingen.’

Zien jullie jezelf nog lang functioneren in zo’n parlement dat vleugellam wordt gemaakt?

Crombez: ‘Laat me antwoorden met een beeld. Als we volgende week het voorstel over de basisrente op de spaarboekjes gestemd krijgen, denk ik dat we een beter rapport hebben dan de regering. Ik stel het nu scherp, maar ook de regering kan zich afvragen: ‘Is dit nog fijn, want we hebben niets?”

Van de Velde: ‘Op het moment dat je dit mandaat aanvaardt, start je met een missie. In mijn geval: afslanking van de overheid en vereenvoudiging van wetgeving. Als ik lees dat Vlaams minister-president Kris Peeters zegt dat hij de kabinetten gaat halveren, heb ik mijn job goed gedaan, dat komt voort uit de oppositie die wij voeren en die moet blijven bestaan.’

De Brabandere: ‘Je kan zelf ook gas geven. Ik denk dat de oppositie minder hard werkt dan in de vorige legislatuur, ze maakt het toch wel makkelijk.’

Almaci: ‘Maar wij werken wel! Daar zijn we voor verkozen. Wij hebben zeer veel initiatieven genomen, waren de drijvende kracht achter de oprichting van de commissie Fiscale Fraude en achter een nieuwe klimaatwet, wij hebben zeer veel vragen gesteld over de energieregulator CREG. De oppositie werkt zeer hard, tien keer harder dan de regering.’

De Gucht: ‘Je hoeft niet naar mij te kijken, ik voel me hier niet de vertegenwoordiger van de regering. Laat het ons zo bekijken: je zit hier als jonge parlementair van een meerderheid die in een ietwat speciale situatie zit, waarom blijf je dan nog in het parlement geloven? Omdat je – toch in mijn geval – van een bepaalde ideologie overtuigd bent en die wil realiseren. Via mijn politiek engagement wil ik de maatschappij liberaler maken. Net zoals het bij John waarschijnlijk is om het socialisme te verwezenlijken.’

Maar hebben jullie dan nooit het gevoel: in welke slangenkuil ben ik terechtgekomen?

Almaci: ‘Neen. De hele situatie is wel ontnuchterend. Je leert veel over verhoudingen, strategieën, politique politicienne, en daartussen probeer je te laveren om je project te realiseren en je ideologie in daden om te zetten. Ja, het is frustrerend als je merkt dat dat door die strategische spelletjes niet altijd goed lukt, maar dat maakt je kwader. Voor mij betekent het dat mijn engagement nog sterker wordt.’

Van de Velde: ‘Frustratie mag je niet kennen …’

Crombez: ‘… maar je mag wel af en toe kwaad worden!’

De Gucht: ‘Altijd moet je kwaad worden!’

Van de Velde: ‘Dit is geen beroep, het is een missie, je doet het om dingen aan te pakken en voor een stukje je stempel te drukken. Ook buiten het parlementsgebouw, door onze ideologie te verdedigen en op de kaart te zetten: er zijn nieuwe stromingen in de maatschappij en de golfbeweging komt gelukkig onze kant uit.’

Het onderzoek van professor Marc Swyngedouw toonde onlangs aan dat jonge kiezers bij hun eerste stembeurt in grote mate rechts stemmen. Maar denkt u echt dat dat alleen ligt aan het goede parlementaire werk van LDD? Heeft die ruk naar rechts ook niet te maken met ongenoegen in de maatschappij?

Van de Velde: ‘Jongeren beginnen in te zien dat de zegen niet van boven gaat komen, dat we onze eigen maatschappij moeten creëren en niet meer kunnen afhangen van een overheid die alles verdeelt. De overheid moet zorgen voor een basiskader, voor de rest zorgen we zelf.’

Crombez: ‘Dat klinkt vooral als een verklaring die je zelf graag zou hebben. Ik kan me voorstellen dat jongeren het niet langer pikken zoals er nu bestuurd wordt. Maar inhoudelijk klopt dat verhaal van enkel een basiskader niet. Als je in debatten doorvraagt over het belang van pensioenen of gezondheidszorg, zeggen jongeren niet: ‘Die basisvoorzieningen moeten zo klein mogelijk zijn.”

Van de Velde: ‘Jongeren weten wel goed genoeg dat de pensioenen met het Zilverfonds dat uw partij geïnstalleerd heeft, geen vette zullen zijn. Allez Jean-Jacques, durf jij nu te zeggen dat jongeren dat niet door hebben?’

De Gucht: ‘Ik ben er niet van overtuigd dat jongeren naar rechtse, of liever, populistische partijen trekken omwille van de inhoud. Het gaat eerder over foertstemmen. Dat is trouwens ook de fout geweest van de voorbije verkiezingscampagne. Als jongere heb ik het gevoel dat het hier in de Wetstraat niet over de juiste dingen gaat. Men is vandaag misschien wel met een revolutie bezig, maar over het verkeerde onderwerp. Het zou moeten gaan over hoe onze maatschappij er de volgende vijftig jaar gaat uitzien, en hoe we gaan naar structuren die daaraan aangepast zijn. En dan gaat het niet enkel over de staatsstructuur, maar wij moeten bijvoorbeeld ook naar een flexibelere arbeidsmarkt. Wij hebben geen job voor het leven meer, we gaan naar een gevarieerdere loopbaan. En de redenering dat je op je 54ste met brugpensioen kan gaan, is niet langer houdbaar, en dat weten de jongeren. Ik kan mij niet voorstellen dat we mijn pa nu al in zijn zetel thuis zouden zetten.’ (hilariteit)

De Brabandere: ‘Ja, je moet ook spreken over tewerkstelling. Dat moet de topprioriteit zijn. Er zijn veel te weinig 50-plussers aan de slag. Bovendien begrijpen Vlaamse jongeren niet hoe het komt dat in Wallonië en Brussel meer dan 30 procent van de jongeren werkloos zijn. Helaas wil ook mijn partij de discussie niet voeren om bijvoorbeeld het brugpensioen af te schaffen. Oranje-blauw is een gemiste kans geweest, die coalitie had sociaaleconomische maatregelen kunnen nemen.’

Klopt het dat jullie generatie van dat idee doordrongen is? Een Generatiepact-bis zou er met jullie generatie wel door geraken?

(instemming van verschillende zijden)

De Brabandere: ‘Maar natuurlijk. We gaan daar niet over zeveren hé.’

Crombez: ‘Voor mij is dat toch niet zo evident of dat nu de grote noodzaak is. In 2011 komt er sowieso een evaluatie.’

Almaci: ‘De schade van wat vandaag gebeurt, zullen wij in elk geval op lange termijn nog voelen. Wij zullen er de dupe van zijn dat er geen beslissingen genomen worden op sociaal en economisch vlak. Er is nood aan een pacificatie zodat die prangende problemen worden aangepakt. Er gaat 2 miljard van deze begroting naar de notionele interestaftrek. Wat voor zin heeft dat, als je merkt dat investeerders ons land toch links laten liggen omdat we een bende ruziemakers zijn? Dat bedoel ik met langetermijneffecten.’

De Gucht: ‘Maar die notionele interestaftrek is juist de reden waarom veel bedrijven toch nog naar ons land komen.’

Behalve sociaaleconomische zijn ook communautaire problemen blijven liggen. Verwijten jullie de ‘oude krokodillen’ dat die, door de compromissen die zij gesloten hebben, ons vandaag opzadelen met problemen waar we niet meer uit geraken?

Van de Velde: ‘Ik vind het inderdaad nogal pervers als je bedenkt welke straatsstructuur men in de jaren 70 en 80 heeft uitgetekend, en hoe men die heeft laten groeien. Ze hebben dat misschien wel met een goed doel gedaan, ze waren visionair om toen al te stellen dat meer autonomie geen slecht idee was. Maar ze hebben ons met een gedrocht opgezadeld.’

Crombez: ‘Sorry hoor, maar als dat de mentaliteit is van de jonge politici, dan zullen we dezelfde fouten maken.’

Van de Velde: ‘Ben je dan tevreden met het gedrocht dat we nu hebben?’

Crombez: ‘Nee, maar het is geen gedrocht. Moet het verbeterd worden? Dat wel. Maar ik pas voor de discussie dat het in het verleden allemaal slecht gegaan is, en dat wij nu met die erfenis zitten. Laat ons gewoon kijken hoe we het beter gaan doen’

Van de Velde: ‘Je kunt de staatsstructuur met al haar parlementen en regeringen en politieke kabinetten toch niet blijven verdedigen? We moeten af van het consensusmodel van ’the good old chaps’ die de problemen voor zich uit schoven. We moeten mensen hebben die leiding durven te nemen en voor beslissingen durven te gaan die niet altijd even populair zijn.’

De Gucht: ‘Vlamingen en Walen samen? Of apart?’

Van de Velde: ‘Samen als het kan, apart als het moet.’

De Gucht: ‘Leg mij dan een keer uit hoe je dit land zou splitsen. Je kunt dat gewoon niet. Hoe ga je de staatsschuld splitsen? En Brussel?’

De Brabandere: ‘Oké, maar moeilijk gaat ook. Het is toch ook niet omdat een hervorming niet vanzelfsprekend is, dat je achterover moet leunen en voortdoen zoals we bezig zijn. Tsjecho-Slowakije is ook gesplitst geraakt. Waarmee ik niet gezegd heb dat volgens mij het land gesplitst moet worden, hé.’

Crombez: ‘Denken jullie echt dat het een goede zaak is voor Vlaanderen om het land te splitsen? Ik heb daar grote twijfels over.’

Van de Velde: ‘Stilaan merk je dat de Vlaamse bevolking wel klaar is voor meer autonomie.’

Almaci: ‘De Vlamingen zijn ervan overtuigd geraakt dat een betere staatstructuur nodig is opdat het land efficiënter kan werken. Maar de Franstaligen zijn zich ook mentaal aan het voorbereiden op een splitsing. Die splitsingslogica vind ik gevaarlijk. Ik wil wel een toekomst voor dit land.’

Crombez: ‘Maar vandaag heb je enkel nog ‘afbraakpolitiek’. Het gaat er enkel nog over wie de beste Vlaming of de beste Waal is. Daar heeft geen enkele Belg voorlopig al iets aan gehad. Ik wil over enkele jaren niet terechtkomen in een vorm van politiek waar geen sereen debat meer mogelijk is.’

Geloven jullie dat we uit deze crisis geraken?

(instemming van verschillende zijden)

Crombez: ‘Ik weet niet hoor. BHV is een belangrijk element in de discussie. In een jaar tijd is er – ik overdrijf een beetje – nog geen enkele deftige vergadering geweest met de hele groep om daarover ten gronde te praten. Als ze nog niet kunnen samenzitten om erover te praten, denk ik niet dat het makkelijk op te lossen is.’

Almaci: ‘Ik hoop dat er op zijn minst een vertrouwensstemming komt. Dat de regering er niet in slaagt vooruitgang te boeken, mag geen reden zijn om de democratie te ondergraven.’

Andere nieuwsberichten

Algemeen

Aalst verkeersveilig maken

Algemeen

Jean-Jacques De Gucht in De Zevende Dag over de leefbaarheid in Aalst