23 november 2022

Wanneer de mate van secularisme afhankelijk is van de religie en seksuele geaardheid impliciet een keuze wordt als argumentatie voor het dragen van de hoofddoek

Het is bijzonder om mee te maken dat bepaalde voorvechters van een seculiere samenleving, van neutraal onderwijs, vandaag zonder gêne pleiten voor vrouwen met een hoofddoek voor de klas als voorbeeldfiguur. Joke Struyf (DS 23/11) gaat nog een stap verder en stelt dat mensen die neutraliteit binnen het onderwijs vooropstellen vanuit xenofobe vooroordelen tegen gelijkwaardigheid zijn. Wat een onzin. 

De discussie over de lerarenopleiding gevoed door het lerarentekort, blijft het debat op scherp houden over het verbod op levensbeschouwelijke tekens in het algemeen en het hoofddoekverbod in het bijzonder binnen het onderwijs. Het meest uitgesproken en duidelijke verbod valt te vinden binnen het GO!, het gemeenschapsonderwijs, dat in 2013 in voege is getreden. Het neutraliteitsbeginsel kreeg door het algemeen verbod op levensbeschouwelijke tekens een zeer praktische invulling. Dit is trouwens in lijn met hun opdracht vanuit de overheid om het recht op neutraal onderwijs te garanderen.

Ik ben hevig voorstander van de scheiding van kerk en staat. Ik vind dat men zich ernstige vragen kan stellen bij de stelling dat we een seculiere samenleving zijn, terwijl bijvoorbeeld ons onderwijs en onze gezondheidssector voor de meerderheid in handen zijn van de katholieke zuil.

En dan kijk ik naar het debat over de hoofddoek op school. Het is bijzonder bevreemdend dat het dragen van een sluier voor de klas synoniem komt te staan voor het voorbeeld van een vrijgevochten vrouw. Alle argumenten zijn blijkbaar goed genoeg. 

Ik betreur de negatieve ervaringen die mevrouw Struyf in De Standaard (23/11) beschrijft, maar er is een wezenlijk verschil tussen een religieuze identiteit op basis van uiterlijke kenmerken en iemands seksuele geaardheid. Indien iemand vanuit een andere context de vergelijking zou maken, zouden we terecht steigeren en stellen dat een seksuele geaardheid geen keuze is, in tegenstelling tot een levensbeschouwing, die dat wel zou moeten zijn. 

Zoals Jurgen Slembrouck terecht aanhaalde (DS 18/11), neutraliteit richt zich op alle religies. Het zou nogal seksistisch en paternalistisch zijn om à la tête du client een uitzondering te maken voor deze of gene groep. Ik lees bovendien dat deze vrouwen rolmodellen kunnen zijn voor “hun” gemeenschap. Althans, zo beweren toch dezelfde mensen die in het verleden onderschreven dat een seculiere, neutrale samenleving met respect voor scheiding van kerk en staat de beste garantie was om iedere persoon dezelfde kansen te bieden.

Ik wil graag aan deze zelfverklaarde voorvechters van secularisme de volgende vragen voorleggen: waarom maken jullie een onderscheid tussen de verschillende godsdiensten? Waarom durven jullie in dit geval jullie minder uit te spreken over de islam, maar lukt het wel om een stoere houding in te nemen tegenover de Katholieke Kerk?

Het lijkt erop dat het slechts een Pavlov-reactie is op de kruistocht die partijen uit “rechtse” hoek voeren tegen de hoofddoek. Maar in het geval van rechts, valt hun strijd terug te brengen tot een strijd tegen mensen met een migratieachtergrond, in plaats van een strijd voor een seculiere maatschappij. Het zijn immers dezelfde die gisteren steigerden bij de vermeende naamswijziging van kerstmarkt naar wintermarkt. Het bewijst helaas hoe hypocriet dit debat gevoerd wordt. Ook dat is niet nieuw. 

Het is niet omdat je als vrijzinnige je verzet tegen het dragen van een hoofddoek binnen de schoolmuren, dat je tegen inclusie bent of een racist bent. Het tegendeel is waar. Iedere gelovige moet uiteraard in zijn of haar waarde gelaten worden. Maar wie overtuigd is dat zijn of haar eigen religieuze identiteit primeert op een baan in het gemeenschapsonderwijs, sluit zichzelf uit en ontzegt zichzelf kansen. Die individuele verantwoordelijkheid valt niet af te schuiven op een seculiere overheid.

 

Reageer:
  1. Naam*
  2. E-mail*
  3. Bericht*