01 april 2011

Interview met Blauwzuur : Oud lid LVSV Brussel

Dit werkingsjaar wil LVSV Brussel de band met haar oud-leden opnieuw aanhalen en versterken. In het kader hiervan neemt LVSV Brussel enkele interviews af met oud-leden. We polsen naar hun ervaringen, welke rol het LVSV heeft vervuld tijdens hun studententijd en welke liberale denkers een invloed hebben gehad op hun leven.

Het tweede interview in deze reeks werd afgenomen van Jean-Jacques De Gucht. Hij studeerde culturele agogiek aan onze Vrije Universiteit Brussel, was lid van 2002 tot 2007 en voorzitter van LVSV Brussel tijdens het academiejaar 2004-2005. Onder zijn voorzitterschap werden tal van debatten georganiseerd met een sterk aangedikt ledenbestand als resultaat. De aanzet voor een eigen ledenblad werd gegeven, waarvan deze blauwzuureditie het jongste product is. Daarnaast werd het studentikoze aspect van de vereniging ook niet uit het oog verloren, met een eerste galabal tot gevolg. Jean-Jacques De Gucht was van 2007 tot 2010 senator in het federaal parlement en is sinds 2009 Vlaams volksvertegenwoordiger. Cultuur en de thematiek m.b.t. beslissingen rond het levenseinde zijn thema’s die hem nauw aan het hart liggen. Het interview werd afgenomen door Roby Guns.

 

RG: Binnenkort is het ‘De Week van de Verlichting’ aan onze universiteit. Ik kan mij inbeelden dat enkele jaren terug ook veel werd gesproken over vrijzinnigheid?

JJDG: Je had op dat moment een paarse regering. Wij zijn nooit de puur economische liberale kring geweest op de VUB. Het liberalisme gaat verder dan het puur economische aspect - wat sommigen wel eens naar voor schuiven – maar vertrekt van een mensvisie, van openheid en vrijheid. En het is inderdaad zo dat dit op een economisch stelsel kan toegepast worden, maar kapitalisme en liberalisme verschillen fundamenteel van elkaar. Dat is een fout die vaak terugkomt.

Wij hebben steeds een heel groot ethisch luik gehad waar we de link hebben proberen te leggen – wat trouwens vandaag nog altijd zo is volgens mij – met de oorsprong van onze universiteit. Er is altijd een meer dan gemiddelde belangstelling geweest voor de vrijzinnigheid. Ik heb de indruk dat op andere universiteiten religie ook aan bod komt, maar dat dat eerder gevoed wordt door een momentane belangstelling vanuit de media. Op de VUB was dat een constante. Ik heb ook altijd een grote overeenkomst gezien tussen het mensbeeld dat ik als vrijzinnige en als liberaal zie. En ik vind dat het LVSV Brussel daar blijvend zijn nadruk moet op leggen om de eenvoudige reden dat dit nog steeds een levend debat is, wat ook beweerd mag worden.

 

RG: Destijds hield voormalig Rector Benjamin Van Camp een pleidooi voor pluralisme binnen de vrijzinnigheid. Hoe ervaart u dat concept van pluralisme?

JJDG: Een vrijzinnig iemand heeft respect voor andere geloven en voor andere meningen. Pluralisme zit daarin vervlochten. Alleen moet dat respect in beide richtingen gaan en dat is niet altijd het geval. Ik was toen van mening dat de VUB, haar link met vrijzinnigheid in acht genomen, soms bang was om een opinie te vormen in maatschappelijke debatten naar de buitenwereld toe. Vandaag gebeurt dat gelukkig meer en meer. Ik vind dit ontzettend belangrijk en het zorgt ervoor dat we onze universiteit nog beter op de kaart kunnen zetten. Gelukkig zijn er steeds professoren geweest die in hun vakgebied wel op het maatschappelijk debat wegen. Kijk maar naar het vraagstuk inzake euthanasie en genetisch onderzoek.

 

RG: De vraag is u waarschijnlijk al duizend keer gesteld (lacht). U bent de zoon van uw vader net zoals iedereen. Hoe is daar destijds op gereageerd? Ik kan mij inbeelden dat ‘fils à papa’ wel eens kon vallen?

 

JJDG: Op de VUB viel dat eigenlijk vrij goed mee. Mijn broer zat er al toen ik daar toekwam en ik denk dat heel veel mensen mij eerder als de jongere broer van Frédéric zagen dan de “kleinen van zijn vader”. Ik heb ook altijd geprobeerd het niet op die manier uit te spelen. Ook gezien de onafhankelijkheid die het LVSV ten opzichte van de Open VLD heeft. Er zijn natuurlijk linken tussen beiden, dat is niet abnormaal. Kijk maar naar Guy Verhofstadt en Mathias De Clercq in LVSV Gent, Gwendolyn Rutten en Rik Daems in LVSV Leuven en Patrick Dewael en Karel De Gucht in LVSV Brussel. Maar het LVSV heeft sinds zijn oprichting altijd de nadruk gelegd op haar onafhankelijkheid en haar eigen waarden. Dat blijft belangrijk.

 

RG: Welke liberale denkers hebben een sterke indruk bij u nagelaten?

JJDG: Wat zijn liberale denkers? (lacht) Karl Marx kan je bijvoorbeeld moeilijk een liberale denker noemen. Maar het is wel een interessante denker als je kijkt hoe volgens hem de wereld er zou moeten uitzien. Ik ben totaal niet akkoord met zijn visie, omdat ze volgens mij volledig tegengesteld is aan de menselijke aard. Als je het communisme als de praktische uitwerking van het marxisme bekijkt, dan valt het toch op dat er een zekere vorm van corruptie in dat systeem schuilt en dat alle vrijheden wegvallen. Maar de idee an sich is bijzonder interessant om een discussie over te voeren.

Of het nu over de geschriften van Karl Marx, John Locke, Adam Smith, John Dewey, Francis Fukuyama,… gaat of de verschillen tussen het liberalisme en het socialisme, het spanningsveld tussen religie en maatschappij, onderwijs … de sterkte van het LVSV schuilt in de open discussie.

 

RG: Een prominent liberaal figuur liet onlangs ontvallen dat liberalen vandaag te weinig antwoorden geven op maatschappelijk ongenoegen. Wat denkt u hierover?

JJDG: Volgens mij zitten we vandaag in een ander systeem dan enkele jaren geleden. En naar mijn gevoel is dat iets dat in een groot deel van Europa heerst. De drang naar nestwarmte, de dorpen van vroeger waarvan de beschrijving enkel nog in oude literaire werken terug te vinden is en waarvan men zich de vraag kan stellen of het al dan niet fictief is, is een wijdverspreid gegeven. Wat voor een stuk te begrijpen is in een wereld die voortdurend in beweging is. De samenstelling van onze maatschappij is fundamenteel verschillend ten opzichte van enkele decennia geleden. Het is deels dat romantiserend idee dat teruggrijpt naar een geschiedenis die misschien niet heeft bestaan, dat partijen zoals N-VA succesvol maakt. Of liberalen op dat ongenoegen geen antwoord hebben, daar ben ik persoonlijk niet van overtuigd.

 

RG: Wat moeten liberalen vandaag dan doen?

De idee dat je je boodschap steeds moet aanpassen aan de publieke opinie is fout. Onze boodschap is nog steeds hedendaags. Wat niet betekent dat je geen accenten kan leggen.  

Allen zitten we op dit moment in een politiek vacuüm.

Eén van de problemen vandaag voor de politiek in het algemeen is dat men continue met verkiezingen wordt geconfronteerd, wat er voor zorgt dat politieke partijen meer bezig moeten zijn met campagne voeren, dan met een consequent beleid te voeren. Samenvallende verkiezingen om de vijf jaar zouden dit kunnen verhelpen. En misschien wordt het na tien maanden ook wel eens tijd om na te denken onderhandelingen te beperken in tijd. Vandaag zitten de partijen die de verkiezingen gewonnen hebben zelfs niet aan de onderhandelingstafel. Als je een systeem zou uitwerken waarbij je binnen een bepaalde tijd een regering moet vormen of er anders verkiezingen volgen, zou je de partijen die verantwoordelijkheid moeten nemen ook op hun verantwoordelijkheid kunnen drukken. Politiek is er om een maatschappij in beweging te brengen, ze klaar te stomen voor de uitdagingen van de toekomst.

 

RG: Samenvallende verkiezingen hebben natuurlijk als voordeel dat je een afspiegeling hebt op deze twee niveaus omdat mensen op hetzelfde moment zijn gaan kiezen.

JJDG: Ah natuurlijk! En dat zou tenminste de samenwerking in ons federaal land kunnen bevorderen. Wat zowel voor Vlaanderen als België noodzakelijk is.

Wij danken Jean-Jacques De Gucht voor dit interview.

Reageer:
  1. Naam*
  2. E-mail*
  3. Bericht*