30 november 2017

De godsdienstles is een grondwettelijk verworven recht. Op de schop ermee.

Vorige week verscheen er een opinie van de hand van mevrouw Leni Franken, onderzoeker aan het Centrum Pieter Gillis van de Universiteit Antwerpen. In grote mate ben ik akkoord met de analyse die ze maakt. Ze deelt met mij de overtuiging dat ons onderwijs een cruciaal instrument is voor de vorming van kritische jongeren met een gedeeld waardenkader. Het is een  voorwaarde voor een harmonieuze samenleving waarbinnen elke burger zich bewust is van de toegevoegde waarde van diversiteit maar ook van het belang dat iedereen zich houdt aan de spelregels die wij als samenleving opstellen. Daarom ben ik het ook eens met haar over waar de crux zit in ons onderwijs: de levensbeschouwelijke vakken. Deze dragen immers niet altijd bij tot deze doelstelling.

Isolatie

Leni Franken staaft dit met enkele voorbeelden uit de handboeken islamitische godsdienst. Ze haalt onder andere de volgende passage aan: “De mensen met een zwak geloof die niet nadenken over het leven in het hiernamaals of Allah (s.t.w.) minder gedenken, zijn meer geneigd fouten te begaan. Hierdoor nemen ook slechte gewoontes en gedragingen, zoals zelfmoordpogingen, criminaliteit, ed. toe in onze samenleving.” Lees: anders- en niet gelovigen zijn de oorzaak van problemen in de samenleving. Het staat haaks op de retoriek van interlevensbeschouwelijke dialoog en vertelt een verhaal van isolatie ten aanzien van de bredere samenleving. (Voor de volledigheid wens ik te benadrukken dat een gelijkaardige kritiek opgaat voor andere levensbeschouwingen en dat Leni Franken deze ook geuit heeft in haar opinie.) 

Mensenrechten

De beschreven en andere passages zorgen duidelijk voor een spanningsveld tussen het eigen geloof en onze samenleving en hedendaagse leefwereld. Tot dusver ben ik het volledig eens met Leni Francken. In haar kritiek dat de Vlaamse meerderheidspartijen hebben nagelaten hier iets aan te doen, volg ik haar echter niet. Haar redenering gaat als volgt: de Vlaamse meerderheidspartijen zijn overeengekomen dat de overheid moet kunnen controleren of de inhoud van de levensbeschouwelijke vakken tegen de mensenrechten ingaat. Dit is echter zonder voorwerp want de vrijheid van godsdienst en meningsuiting zijn mensenrechten. Wie als leerkracht godsdienst dus beweert dat vrouwen zich maar best zoveel mogelijk bedekken, dat homoseksualiteit zondig is en afvalligheid uit den boze, doet vanuit het perspectief van de mensenrechten dus niets fout.

Dit is te kort door de bocht. Mensenrechten zijn namelijk niet één en ondeelbaar maar onderling verbonden. De vrijheid van meningsuiting en van levensbeschouwing staan naast mensenrechten als de gelijke behandeling voor de wet, bescherming van privacy, vrijwaring van discriminatie of de vrijheid om van godsdienst te veranderen. Wanneer de inhoud van de levensbeschouwelijke vakken bekeken wordt, spreekt het dan ook voor zich dat alle mensenrechten in de balans gelegd worden. Niet enkel de vrijheid van levensbeschouwing of meningsuiting. Tegelijkertijd hebben we in het Vlaams parlement ook beslist meer aandacht te schenken aan burgerschap en aan de fundamentele waarden en normen die onze jongeren horen te delen indien we werk willen maken van die harmonieuze samenleving, samengesteld uit kritische burgers.

Seculier onderwijs

Dit neemt weg, en hier zullen we het opnieuw eens zijn, dat dit niet het eindpunt moet zijn. Met deze maatregelen komen we (vooralsnog) niet tot de kern van de zaak: het schoolpact en grondwetsartikel 24. Dat bepaalt dat alle leerlingen recht hebben op een morele of religieuze opvoeding ten laste van de gemeenschap. De gesubsidieerde godsdienstles in handen van de respectieve levensbeschouwingen is met andere woorden een verworven recht. En zoals we allen weten, raak je daar niet zomaar aan. Al helemaal niet wanneer het gaat om een verworven recht dat grondwettelijk verankerd is. Nochtans ligt hier de sleutel tot diepgaande verandering.

Afgelopen weekend organiseerden wij met Open Vld een Vrijheidscongres. Drie resoluties die daar werden aangenomen, zijn hier van belang.  

“We leven in een seculiere samenleving. Religie en levensbeschouwing zijn een aangelegenheid van het individu, niet van de overheid.”

“De overheid financiert geen enkele religie of levensbeschouwing.”

“Onderwijs vormt jongeren tot kritische, goed geïnformeerde, onafhankelijke en geëngageerde burgers.”

De optelsom van deze resoluties is duidelijk: we passen artikel 24 van de grondwet aan en stoppen de financiering van levensbeschouwelijke vakken. Belastinggeld hoort niet gespendeerd te worden aan de specifieke belangen van één groep. Al zeker niet wanneer er zaken verkondigd worden die strijdig zijn met de eindtermen in andere vakken die wij als samenleving hebben vastgelegd.

Tegelijk zetten we verder in op aandacht voor burgerschap, gemeenschappelijke waarden en normen en de principes van onze liberale rechtstaat. Dit bovendien over alle levensbeschouwelijke grenzen heen en met aandacht voor alle levensbeschouwingen. Dat is volgens ons de toekomst van een onderwijs dat bijdraagt tot de opvoeding van kritische jongeren in een harmonieuze samenleving. Niets houdt een gemeenschap trouwens tegen zélf een les rooms-katholicisme in te richten. Dat is hun grondwettelijk verankerd mensenrecht. Maar dan betalen ze het wel uit eigen zak.      

Reageer:
  1. Naam*
  2. E-mail*
  3. Bericht*