12 oktober 2016

Het zelfbeschikkingsrecht is in het belang van het algemeen welzijn van de samenleving

In navolging van het Rotterdamse debat, willen ook sommigen in ons land het debat over dwanganticonceptie op gang brengen. Zo ook Patrick Vankrunkelsven. Hij pleit er voor in extreme gevallen het opleggen van omkeerbare anticonceptie mogelijk te maken als een aanvullend instrument in het juridisch arsenaal van rechters. Ik geloof niet dat ik het standpunt verkeerd vertaal wanneer ik zeg dat het bepleit wordt als een “rechtvaardigbare ultieme noodrem”. Wanneer hulpverleners getuige zijn van steeds terugkerende schrijnende en wraakroepende situaties van verwaarlozing en mishandeling van kinderen, zou deze radicale interventie gewettigd zijn.   

Ik ben er honderd percent van overtuigd dat Vankrunkelsven en alle andere bepleiters van een ‘serene’ gedachtewisseling –vaak gesterkt door hun ervaringen- de meest nobele intenties voor ogen hebben. Alle verwijzingen die gemaakt zijn geweest naar de eugnetica en een vorige eeuw zijn daarom intellectueel oneerlijke en zelfs platvloerse argumenten. Dit neemt niet weg dat er twee andere argumenten zijn die mij overtuigen dat dit debat best van korte duur is. Het eerste is pragmatisch, het tweede principieel.

Willekeur en rechtsongelijkheid

Laat ons de hypothese van dwang anticonceptie voor waar aannemen. Hulpverleners kunnen met een aan de zekerheid grenzende waarschijnlijkheid voorspellen dat een mensonterende gezinssituatie zich zal herhalen. Bij aanhoudende en weerkerende verontrustende signalen trekken zij aan de alarmbel in het belang van een dan nog ongeboren kind. Een rechter baseert zich op deze bevindingen van de hulpverlener en oordeelt dat deze zwaar genoeg wegen om een vrouw te verplichten een spiraal te laten plaatsen.

Deze situatie roept meteen verschillende vragen op. Ten eerste discussiëren we vandaag over betreurenswaardige voorbeelden waar we nadien een oordeel over vellen. Maar hoe kunnen we a priori met zekerheid voorspellen hoe een kind zal opgroeien? Bovendien zijn er nog andere omgevingsfactoren die een invloed hebben op het welzijn van een kind. Zo wordt er nergens gerept over de man in dit debat. Wat bijvoorbeeld met een gezin met een agressieve vader of nieuwe partner? Wat in een gezin waar kindermishandeling door een partner vast staat?  Wat met incest,  dat in alle lagen van de bevolking voorkomt?  Wat met mentaal gehandicapten en zwak begaafden?

Ten tweede oordeelt deze inschatting vooraf of een vrouw een geschikte moeder zal zijn. Maar hoe kan een samenleving exact vastleggen wat een adequate moeder is? Welke lijn zullen rechters aanhouden op basis van de informatie die zij krijgen van de hulpverleners? Willekeur en rechtsongelijkheid liggen onvermijdelijk in het verschiet. Ik voorspel mediagenieke rechtszaken. Zonder te verglijden in groteske stellingen als “straks moet iedere vrouw een medisch onderzoek ondergaan alvorens zwanger te mogen worden”, loert het risico om op een moreel hellend vlak te belanden  om de hoek.

Zelfbeschikkingsrecht als voorwaarde voor vooruitgang

Nog belangrijker dan deze pragmatische bedenkingen, is de principiële verwerping van elke inbreuk van de staat op de autonomie van het individu. De rechtstaat wordt hier de wacht aangezet omwille van een falen door individuen, overheid en samenleving. Dat het individu eigenaar is van zijn lichaam en hier vrij over moet kunnen beschikken, is een onvervreemdbaar recht. Zij die het debat willen aanzwengelen, lijken te insinueren dat het autonomieprincipe in sommige gevallen relatief is. Hoewel de onvolprezen hulpverleners met de meest hartverscheurende toestanden te maken krijgen, ben ik niet bereid deze hoeksteen van onze rechtstaat aan de minste erosie bloot te stellen.

In het debat is vooralsnog namelijk onvoldoende het algemeen principe en belang van het zelfbeschikkingsrecht verdedigd geweest. Nauwelijks is benadrukt geweest dat het de eerste voorwaarde is voor onze welvaart en welzijn. Onze open samenleving biedt elke burger de vrijheid om op basis van de individuele kennis die enkel hem voor handen is, de subjectief beste keuzes te maken. Dit betekent inderdaad ook dat sommigen slechte en betreurenswaardige keuzes (zullen) maken. Maar dit rechtvaardigt geen controlerende maatschappij die vanuit een geloof in één of andere maakbaarheid een keurslijf oplegt.

Deze opgelegde ‘rationaliteit’ zou immers ook verlammend werken op alle onvoorspelbare, verrassende keuzes die gemaakt worden en die leiden tot nieuw mogelijkheden en inzichten; keuzes die vaak de onverwachte aanleiding zijn voor de vooruitgang van een samenleving. Er bestaat niet zoiets als vooruitgang door het streven naar een maakbare samenleving. Wat wel bestaat, zijn de ontelbare onbeheersbare keuzes van onvolmaakte individuen die onze samenleving door de bank genomen meer welvaart en welzijn bijbrengen. Om die reden mogen we het zelfbeschikkingsrecht nooit in vraag stellen: het is in het belang van het algemeen welzijn van de samenleving.

Reageer:
  1. Naam*
  2. E-mail*
  3. Bericht*