Als we alle uitdagingen van de anonieme zaad- en eiceldonatie samen nemen, is er maar één rechtvaardig antwooord. De wetgeving moet uitgaan van een aanvankelijke anonimiteit. Maar via een centraal bewaarde dubbele (code)sleutel, één voor de donor en één voor het donorkind, kunnen beiden afhankelijk van hun levenssituatie in alle vrijheid beslissen de anonimiteit van hun kant te doorbreken.
Door Jean-Jacques De Gucht en Gwendoyn Rutten, respectievelijk deelstaatsenator Open Vld en voorzitter Open Vld.
Heffen we de anonieme zaad- en eiceldonatie op? Het is een enorm gevoelig en moeilijk vraagstuk waarbij de vrijheden en rechten van verschillende belanghebbenden in de weegschaal liggen. Een antwoord dient rekening te houden met de rechten van het kind, de kinderwens van de wensouders en de beweegredenen van de donor. Zonder dat aan deze volgorde een absoluut hiërarchisch gewicht kan toegekend worden. Een antwoord moet bovendien voorkomen dat een gemaakte keuze de verdere levensloop van één van de belanghebbenden onherroepelijk bepaalt. En bovenal hoort een antwoord elke vorm van discriminatie uit te sluiten. De optelsom van deze uitdagingen leidt onvermijdelijk tot één antwoord.
Dit antwoord is een wetgeving die uitgaat van een initiële anonimiteit. Bijkomend moet het daarnaast mogelijk zijn voor zowel de donoren als de kinderen om hun sluier af te werpen. Dit kan door te werken met een dubbele sleutel. Aan zowel de donor als het donorkind wordt een unieke sleutel toegekend. Een code die door één centraal orgaan wordt geïnventariseerd bij de donatie en inseminatie. Wanneer bij de ei- of zaadceldonor de wens leeft om in contact te komen met eventuele kinderen van zichzelf, kan hij of zij deze sleutel activeren. Hetzelfde geldt voor de donorkinderen. Op deze manier bieden we beide partijen levenslang de vrijheid om hun keuze te (her)overwegen. De keuze voor anonimiteit kan omslaan in een wens tot ontmoeting. En omgekeerd. Afhankelijk van de levenssituatie. Bij gelijktijdige wederzijdse instemming kan dan een ontmoeting plaatsvinden.
"Wanneer bij de ei- of zaadcedonor de wens leeft om in contact te komen met eventuele kinderen van zichzelf, kan hij of zij de sleutel activeren. Hetzelfde geldt voor de donorkinderen"
Dit antwoord op het vraagstuk van anonieme donatie garandeert donoren dat een keuze uit hun verleden niet noodzakelijk een impact heeft op een potentiele latere levenssituatie. Het biedt hen de mogelijkheid hun private levenssfeer en –geluk af te schermen door zich te hullen in anonimiteit. Of het geeft hen de mogelijkheid het geluk te ervaren hun biologisch kind te ontmoeten. Door te werken met één centraal registratieorgaan is er bovendien een algemeen overzicht van de donoren. Zo wordt het risico op een al te wijde verspreiding van één donor voorkomen.
Dit antwoord biedt wensouders het vooruitzicht op de vervulling van een onvervulde kinderwens. De gegarandeerde anonimiteit zal de huidige donoren immers niet afschrikken. Sterker nog. De keuzevrijheid om de anonimiteit te doorbreken zal hiernaast een nieuw profiel van donoren aanspreken. Het maakt dat wensouders niet geconfronteerd worden met wachtlijsten. Het voorkomt dat een onvervuld verlangen mogelijk leidt tot ondoordachte illegitieme keuzes die niet in het belang zijn van het welzijn van het kind. Het sluit uit dat de keuze van de wensouders de keuzemogelijkheden van het kind in de toekomst vastleggen. Dat donorkinderen afhankelijk zouden zijn van de keuze van hun ouders om al dan niet in contact te komen met hun donor, zou discriminerend zijn. Onverzoenlijke gezinsspanningen een mogelijke uitkomst.
"Dit antwoord geeft donorkinderen de kans om hun biologische ouder(s) te leren kennen. Indien ze dit zelf wensen en op basis van de voorwaarden die zij stellen"
Dit antwoord geeft donorkinderen de kans om hun biologische ouder(s) te leren kennen. Indien ze dit zelf wensen en op basis van de voorwaarden die zij stellen. Ongeremd door keuzes in hun naam die hun vrijheid op voorhand beperken. Zonder dat ze zich gediscrimineerd hoeven te voelen ten opzichte van andere donorkinderen. Eenzelfde eenduidig wettelijk kader geldt immers voor iedereen. Wanneer een ontmoeting onmogelijk zou blijken, moet bovendien een minimum aan informatie voorhanden zijn. Medische en persoonlijke kenmerken die niet kunnen leiden tot de identificatie van de donor moeten altijd beschikbaar zijn voor het kind. Zo kan een honger naar antwoorden deels gestild worden.
Het vraagstuk over de anonimiteit van ei- en zaadceldonatie is een enorm gevoelig en moeilijk vraagstuk waarbij de vrijheden en rechten van verschillende belanghebbenden in de weegschaal liggen. Een dubbele sleutel, één voor de donor en één voor het donorkind, is hierop het meest rechtvaardige antwoord. Afhankelijk van hun levenssituatie kunnen zij in alle vrijheid beslissen de anonimiteit van hun kant te doorbreken. Het vrijwaart maximaal de belangen van alle belanghebbenden, sluit discriminatie uit en creëert levenslange keuzevrijheid. Het is het meest rechtvaardige antwoord op het vraagstuk van anonieme ei- en zaadceldonatie.