25 september 2014

Strijden in Raqqa én in Brussel

Ons land kreeg van de Verenigde Staten de vraag om militaire steun te verlenen in de strijd tegen Islamitische Staat (IS). Of we meestappen in deze strijd is een vraag voor onze federale regering. Het conflict toont alvast dat de uitdaging van het religieus radicalisme dertien jaar na 9/11 acuter en actueler is dan ooit.

Het is bovendien niet langer enkel een bedreiging van buitenaf, maar heeft zich ook geworteld in onze eigen samenleving. De uitdagingen liggen dus inderdaad in Raqqa, de hoofdstad van IS, maar evengoed in Brussel. Naast de beslissing of we al dan niet deelnemen aan de strijd tegen IS, moeten er daarom ook beslissingen genomen worden om de radicalisering in onze samenleving aan te pakken. Daarbij zal er nood zijn aan een integrale aanpak die zowel repressief als constructief is.

Dertien jaar geleden maakten vier gekaapte toestellen 2.977 slachtoffers op Amerikaanse bodem. Het dodental ten gevolge van de 'war on terror' is sindsdien opgelopen tot een veelvoud hiervan. Het is een oorlog die sinds die dag alleen maar uitgedijd is en waar ook ons land niet aan heeft weten te ontsnappen.

Al sinds 2012 trekken geradicaliseerde jongeren van België naar Syrië om zich te vervoegen bij hun gelijkgestemde broeders die martelen en moorden in de naam van Allah. Naar schatting 300 tot 350 jongeren zijn de voorbije twee jaar naar Syrië vertrokken en een deel van hen strijdt momenteel onder de zwarte vlag van het 'ware monotheïsme' van IS. Per hoofd van de bevolking hebben wij het hoogste aantal strijders. Zij zijn de afspiegeling bij uitstek van een ideologische strijd die de afgelopen jaren gemondialiseerd is en ook onze straten in Brussel, Antwerpen en Vilvoorde bereikt heeft.

Tegenover dit 21ste-eeuwse religieus radicalisme, dat onze democratische samenleving ondergraaft, moeten wij nadrukkelijk het primaat van onze seculiere, liberale samenleving plaatsen. Alleen zo kunnen we onze multiculturele maatschappij een duurzame en vreedzame toekomst bieden.

Om dit te realiseren, is er nood aan een integrale aanpak; een aanpak die zowel repressief als constructief is. Enerzijds zijn er repressiemaatregelen nodig om de symptomen én de wortels van het radicalisme te kortwieken. De kleine, maar groeiende minderheid radicalen dient nauwgezet gemonitord te worden door onze veiligheidsdiensten. Terugkerende Syriëstrijders en spreekbuizen van radicalisme moeten opgepakt en gescreend worden en verplicht een herintegratiecursus volgen.

"In een theologische inburgeringscursus wordt pendelimams de lokale taal aangeleerd, maar wordt hen vooral duidelijk gemaakt wat de grondwaarden zijn van onze seculiere, democratische samenleving"

Maar anderzijds moeten constructieve maatregelen steun bieden aan de grote meerderheid moslims die zich wél inschrijven in onze democratische samenleving. Via ons onderwijs-, tewerkstellings- en integratiebeleid moeten we kansen bieden en inzetten op sociale promotie. Racisme moet wijken voor een geloof in diversiteit binnen een context van sociale en culturele cohesie.

Voorbeeldfiguren
Deze aanpak vergt inspanningen vanuit alle beleidsdomeinen. Als we willen dat hij succesvol is, is er dan ook nood aan samenwerking over de beleidsniveaus heen. De regio's en de federale regering zullen samen het hoofd moeten bieden aan deze uitdaging. Maar evengoed zal er nadrukkelijk samengewerkt moeten worden met de doelgemeenschap zelf.

Daarin hebben imams een sleutelrol te vervullen. De integrale aanpak culmineert in deze voorbeeldfiguren voor de islamitische gemeenschap. Zij hebben de taak repressief op te treden wanneer individuen binnen hun geloofsgemeenschap symptomen tonen van een overtuiging die niet thuishoort in onze samenleving. Zij dienen op een constructieve manier hun achterban te begeleiden in het belijden van hun geloof binnen onze seculiere, westerse samenleving.

Zogenaamde pendelimams horen niet thuis in deze integrale aanpak, tenzij ze een theologische inburgeringscursus volgen. In deze inburgeringscursus wordt hen de lokale taal aangeleerd, maar wordt hen vooral duidelijk gemaakt wat de grondwaarden zijn van onze seculiere, democratische samenleving. Zo komen zij te weten wat de contouren zijn van de publieke ruimte waarbinnen wij ons als multireligieuze samenleving bewegen.

Dertien jaar na 9/11 tiert religieus fanatisme weliger dan ooit. Dit betekent echter allesbehalve dat we de strijd voor een vreedzame, multireligieuze samenleving mogen opgeven. Integendeel, we moeten gedecideerd kiezen voor een integrale aanpak die de geradicaliseerde minderheid aanpakt en de gematigde meerderheid begeleidt en kansen biedt. Het is een strijd die we samen zullen moeten voeren. In de federale en de regionale regeringen. In Raqqa en in Brussel.

De Morgen (25-09-14)

 

Reageer:
  1. Naam*
  2. E-mail*
  3. Bericht*