10 juni 2016

De dialoogschool ontkent de big bang (waar ons onderwijslandschap nood aan heeft)

Vorige week donderdag (02/06) hield Katholiek Onderwijs Vlaanderen een congres om haar project voor de komende jaren voor te stellen: de dialoogschool. Het is het “eigentijds tegendraadse” antwoord van topman van het katholiek onderwijs Lieven Boeve en de zijnen op het vraagstuk van de hedendaagse diverse samenleving.

In de Pieter De Somer aula van de katholieke universiteit was ik bevoorrecht en aandachtig luisteraar van de slotrede van Lieve Boeve. Hij benadrukte met bravoure twee cruciale voorwaarden voor een “bloeiend” onderwijslandschap.

Ten eerste vertrouwen. Als samenleving moeten wij vertrouwen hebben dat scholen met verantwoordelijkheid invulling zullen geven aan de belangrijkste taak in onze samenleving. Centralisatie en bureaucratisering creëren al te vaak een kafkaiaans keurslijf dat de kwaliteit van het onderwijs niet ten goede komt. Daarom moeten school en leerkracht maximale bewegingsvrijheid geboden worden bij de invulling van hun pedagogisch project. Onderwijs heeft nood aan krijtlijnen, geen korset. Of dit haaks staat op de wens van het katholiek onderwijs om tegen 2018 te evolueren van 734 naar 150 schoolbesturen, laat ik aan de lezer over.

Ten tweede vrijheid. Onderwijs hoort vrij te zijn. Boeve haalt terecht aan dat in een dictatuur het vrij onderwijs eerst valt. Logisch. Vrij onderwijs betekent vrijheid van denken, het (academisch) conflict van ideeën en dus vooruitgang. Maar vooral garandeert het kritische burgers. Tussen de publieke muren van de school begeleiden directie en leerkrachten onze jongeren bij de ontwikkeling tot burgers die met beide voeten in onze liberale democratische samenleving staan. “Wanneer een democratie niet gedragen wordt door de mensen zelf, valt de democratie.” Lieven Boeve verwoordde het prachtig.

Alleen gooit hij ons zand in de ogen. Niet de vrijheid van onderwijs, wel de levensbeschouwelijke vrijheid van onderwijs werd op het (s)preekgestoelte verdedigd. Een belangrijke nuance. Een gevaarlijke nuance.

 

Het scheppingsverhaal naast de big bang

De dialoogschool is namelijk het antwoord op het vraagstuk hoe de katholieke school zich moet positioneren in onze diverse samenleving. Door de dialoog aan te gaan met de andere (“ook al begrijpen we als christenen de beweegredenen van andersgelovigen niet altijd”) gelooft de Guimardstraat dat ze de eigen katholieke identiteit zullen versterken. Bart de Wever hoeft niet te vrezen, de Vlaamse katholieke school verwatert niet. Wel integendeel.

We kunnen ons de vraag stellen of de heimwee om de eigen vervlogen katholieke identiteit -waarmee ouders en studenten zich minder dan ooit vereenzelvigen- terug te zien schitteren wel in het belang is van onze samenleving. Ouders en jongeren kiezen ook niet langer in de eerste plaats voor een school omwille van een levensbeschouwelijk project. Wel omwille van kwaliteit, een bepaald aanbod van richtingen of veiligheid. Vanwaar dan het belang van de heilige drievuldigheid? Simpel. Omdat de dialoogschool een antwoord is uit eigenbelang, niet uit engagement ten aanzien van de uitdagingen van de diverse samenleving. Integendeel zorgen Boeve en vrienden met het mordicus vasthouden aan de eigen levensbeschouwelijke identiteit vanuit hun comfortabel monopolie ervoor dat de keuzevrijheid in het onderwijslandschap de facto onbestaande is. De monopolist die de (schijn)vrijheid van onderwijs verdedigt. Het is een kwestie van tijd vooraleer moslimouders en –jongeren zelf werk maken van een uitbreiding van het onderwijsaanbod. Het gevolg zal een gesegregeerd onderwijslandschap en een gesegregeerde samenleving zijn.

Bovendien roept de obsessie om de eigen Katholieke identiteit te versterken ook vraagtekens op inzake de lesinhoud. Het katholicisme moet overal zijn in de school. Jurgen Mettepenningen beschrijft het Geloof als “het kloppend hart dat het bloed van onze identiteit doorheen de hele school moet laten stromen.” Via vakspecifieke impulsen (VISjes) moet god niet enkel in de les rooms-katholicisme verschijnen, maar ook in de reguliere vakken.  Spreker Paul Vereecke haalde als voorbeeld de lessen natuurwetenschappen aan. Hier zou naast de Big Bang aandacht moeten zijn voor het scheppingsverhaal en de beperkingen van het wetenschappelijk onderzoek. Het creationisme in Vlaanderen. De leerkracht als nieuwe missionaris. Of dit aanvaardbaar is anno 2016, laat ik aan de lezer over.

De “progressieve” bisschop Bonny die zo zijn vragen had bij de dialoogschool,  ziet zelfs meer problemen met de ongelovigen dan met de moslims : ”Die seculiere Vlamingen kunnen een taaier publiek zijn”.  Ik waande mij in de 19de eeuw toen ik dit las.

Op het einde van verscheen minister Hilde Crevits in ‘de babbelbox’. Haar boodschap? “onderwijs en levensbeschouwing gaan hand in hand”. Na donderdag durf ik dit meer dan ooit in twijfel te trekken. De dialoogschool ontkent de big bang die ons onderwijslandschap nodig heeft. Of een copernicaanse revolutie. Maakt niet uit. Of vloek ik nu in de kerk?  

Reageer:
  1. Naam*
  2. E-mail*
  3. Bericht*