09 januari 2015

Het falen van de internering en psychiatrische zorg misbruiken om de euthanasiewetgeving te discrediteren, is intellectueel oneerlijk

Vorige week maandag werd bekend dat de vraag om euthanasie van Frank Van den Bleeken zou ingewilligd worden. Nog diezelfde dag kwam het bericht dat één van de artsen zijn mening had herzien. Frank Van den Bleeken wacht nu het Forensisch Psychiatrisch Centrum te Gent en later mogelijk een opname in een daartoe beter uitgeruste instelling in Nederland. Dat dit individueel dossier de afgelopen week door conservatieve stemmen aangegrepen werd om onze euthanasiewetgeving aan te vallen, is een gevaarlijk precedent. Het zet de progressieve realisaties van onze samenleving, die keuzevrijheid hoog in het vaandel draagt, op de helling.

Sinds vorige week maandag zijn op basis van de individuele zaak van Frank Van den Bleeken verschillende assumpties gemaakt die het gevaar in zich dragen ons terug te werpen in de tijd en de vooruitstrevendheid die onze samenleving het afgelopen decennia tentoon heeft gespreid, te ondergraven. Verschillende pennen grepen de kwestie aan om de aanval in te zetten op onze euthanasiewetgeving. Ik ben het voor alle duidelijkheid volledig eens met de stelling dat de euthanasiewetgeving niet misbruikt mag worden om het falen van onze internering en psychiatrische zorg te maskeren. Maar dit betekent nadrukkelijk niet dat de euthanasiewetgeving zelf voorwerp van kritiek kan zijn en dit wel om twee redenen.

"Het falen van de psychiatrische zorg bij internering gebruiken om de euthanasiewetgeving te discrediteren, is intellectueel oneerlijk en gevaarlijk. Het zet onterecht de keuzevrijheid die de wetgever de burger heeft geboden op de helling."

Ten eerste is onze euthanasiewetgeving zeer duidelijk in haar omschrijving van de voorwaarden waaraan voldaan moet zijn vooraleer een vraag om euthanasie ook maar in overweging kan genomen worden. Dit is namelijk pas mogelijk wanneer de persoon in kwestie zich in een medisch uitzichtloze situatie bevindt en aanhoudend en ondraaglijk fysiek of psychisch lijdt zonder vooruitzicht op het stillen van de pijn. Over de vraag of Van den Bleeken aan deze voorwaarden voldoet, spreek ik mij niet uit, noch zouden andere politici of opiniemakers zich daaraan moeten wagen. Het is immers niet aan stuurlui om te oordelen over de geldigheid van een individueel dossier maar wel aan de behandelende artsen die beter dan wie ook de ondraaglijkheid en uitzichtloosheid van het lijden kunnen inschatten. De wetgeving gaat uit van een vertrouwen in de oordeelkundigheid van de artsen omwille van hun expertise. Laat ons hetzelfde vertrouwen aan de dag leggen.

"Het is niet aan stuirlui om te oordelen over de geldigheid van een individueel dossier maar wel aan de behandelende artsen die beter dan wie ook de ondraaglijkheid en uitzichtloosheid van het lijden kunnen inschatten."

 

Ten tweede is het fout om het falen van de internering en psychiatrische zorg in ons land af te schuiven op onze euthanasiewetgeving. De keuze voor onze euthanasiewetgeving is er gekomen omdat onze vooruitstrevende samenleving het principe van de keuzevrijheid hoog in het vaandel draagt. Ook wanneer het gaat over de moeilijkste keuze in het leven, namelijk het einde ervan. Daarom hebben wij euthanasie wettelijk mogelijk gemaakt zodat elke mens die aan de wettelijke voorwaarden voldoet, kan beslissen wanneer het voor hem of haar genoeg is geweest. Maar dit is slechts één keuzemogelijkheid. In de andere keuzemogelijkheden moeten wij als beleidsmakers voorzien. In het geval van psychiatrische zorg bij internering is dit de verantwoordelijkheid van justitie. Dat wij als samenleving hier momenteel falen, ondanks de inhaalbeweging de afgelopen jaren, is betreurenswaardig en onaanvaardbaar. Maar dat dit falen de afgelopen week gebruikt is om de euthanasiewetgeving te discrediteren, is intellectueel oneerlijk en onethisch. Het zet onterecht de keuzevrijheid die de wetgever de burger heeft geboden op de helling. 

 

Reageer:
  1. Naam*
  2. E-mail*
  3. Bericht*