21 februari 2014

Europa klaar voor Maggie De Block?!

We vierden deze week 50 jaar arbeidsmigratie. Een periode waarop terecht teruggeblikt wordt. Het heeft onze huidige samenleving mee vorm gegeven. Maar laat ons tegelijk dit herdenken aangrijpen om te leren uit het goede en het minder goede van ons migratieverleden. Om een beleid uit te stippelen dat streeft naar een welvarende interculturele samenleving met een mozaïek aan mensen. Door in te zetten op doorgedreven integratie, te ijveren voor een humaan maar rechtlijnig asielbeleid en te komen tot de ontwikkeling van een eengemaakt economisch migratiebeleid in Europa.

 

50 jaar arbeidsmigratie

 

50 jaar geleden, op 17 februari 1964, plaatsten de Belgische en Marokkaanse en Turkse overheden hun handtekening onder een arbeidsmigrantenverdrag. De gastarbeiders afkomstig uit deze landen waren van levensbelang voor de heropbouw van ons land. Hun werkende handen waren de helpende hand om onze economie opnieuw op toerental te krijgen en onze welvaart te herstellen. Het is het bewijs dat economische migratie een enorme stimulans kan zijn voor de economie. Onze Belgische overheid wist dit 50 jaar geleden reeds. Na de oliecrisis van ‘73 werd voor een migratiestop gekozen. Economische migratie is sinds 1974 niet langer mogelijk. Enkel via asielaanvragen raken niet-Europeanen ons land nog binnen. Wat zorgt voor een enorme druk op ons asielbeleid.

Onze minister van asiel en migratie, Maggie De Block, is er desondanks in geslaagd dit departement eindelijk op orde te krijgen. Er zijn steeds minder asielaanvragen en het aantal asielaanvragers dat bescherming krijgt, stijgt. Dat is een humaan maar rechtlijnig beleid. Het is het respecteren van de verdragen van Genève door mensen die gevaar lopen ook echt te helpen. Economische vluchtelingen die asiel aanvragen horen hier niet bij. Zij zijn niet ingeschreven in de verdragen van Genève. Onze welvaart is kan ook al het leed in de wereld niet verzachten. Hoe graag we dit ook zouden willen. Vrijhandel is de sleutel die kan zorgen voor minder leed wereldwijd. En economische migratie is enkel mogelijk binnen een breed Europees asiel- en migratiebeleid.

28 jaar Schengen

 

28 jaar geleden, op 14 juni 1985, verbonden vijf landen zich ertoe hun grenzen te openen voor elkaar. Het vrij verkeer van mensen, diensten en goederen werd al snel de motor van Europese economische expansie. De aantrekkingskracht van dit vooruitzicht maakt dat er vandaag maar liefst 27 landen geen binnengrenzen meer hebben en één gemeenschappelijke buitengrens delen. Desondanks hebben al deze 27 landen een eigen asiel- en migratiebeleid. Absurd. De natiestaat is immers niet langer in staat de migratiestromen van onze geglobaliseerde wereld in goede banen te leiden. Eén Europese minister van asiel en migratie en één Europees economisch migratiebeleid is daarvoor nodig. Een beleid dat, net als bij ons de afgelopen twee jaar, gestoeld is op humaniteit en rechtlijnigheid. Deze stoel heeft nog een derde poot nodig: economische migratie. Naar analogie van de ‘green card’ in de Verenigde staten zou de Europese Unie er goed aan doen te komen tot de ontwikkeling van een ‘blue card’. Een eengemaakt economisch migratiebeleid zal de asieldruk doen afnemen. En zal na 40 jaar economische migratie eindelijk weer mogelijk maken. Maar hieraan moet ook nadrukkelijk een integratiebeleid gekoppeld worden. In tegenstelling tot 50 jaar geleden moeten migranten van meet af aan begeleid worden.

21 jaar integratiebeleid

21 jaar geleden, 15 februari 1993, werd het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor racismebestrijding opgericht. Het kwam er als reactie op de opkomst van extreemrechts in Vlaanderen vanaf eind jaren ‘80. Niet toevallig net in een periode van economische neergang stak de zondebokretoriek weer de kop op. Beleidsmakers beseften dat er werk moest gemaakt worden van een integratiebeleid als de multiculturele samenleving zou willen slagen. Tot dan was er van een integratiebeleid immers weinig tot geen sprake. De verklaring hiertoe vinden we terug in de term ‘gastarbeider’ zelf: het gaat uit van een tijdelijkheid. Begin jaren ’90 was er van een tijdelijk verblijf niet langer sprake; gastarbeiders waren migranten en allochtonen geworden. Sindsdien zijn verschillende inburgeringrecepten uitgetest. Gelukkig hebben we verschillende van deze sindsdien achter ons gelaten. Het cultuurrelativisme werd begin ’00 naar de prullenmand verwezen en in 2004 kreeg het racisme in Vlaanderen een klap. Deze Vlaams regering heeft veel te weinig ingezet op doorgedreven inburgering. Er is nog steeds geen zicht op de boodschap van pendelimams die geen voeling hebben met de waarden in onze seculiere samenleving. Er is nog steeds onvoldoende ondersteuning van de gematigde Europese islam in onze maatschappij.

Een succesvol integratiebeleid is altijd gestoeld op drie principes: taal, universele waarden en arbeidsbereidheid. Enkel indien we dezelfde taal spreken zullen we tussen elkaar in plaats van naast elkaar leven; zullen we leven in een interculturele in plaats van een multiculturele samenleving. Enkel indien we een gemeenschappelijk universele waardensokkel hebben, zal onze interculturele samenleving kunnen bloeien. Imams horen onze seculiere samenleving niet te verwerpen en vrouwen horen niet besneden te worden. Enkel arbeidsbereidheid en een afwijzen van discriminatie op de werkvloer zal sociale mobiliteit mogelijk maken.

Binnen 97 dagen, vanaf 25 mei 2014, is dit het migratie- en integratiebeleid waar wij Vlamingen, Belgen en Europeanen voor moeten staan: een doorgedreven integratiebeleid enerzijds; een eengemaakt Europees migratiebeleid dat een humaan en rechtlijnig asielbeleid voert -zoals Maggie De Block bij ons- en economische migratie coördineert anderzijds. Indien we voor deze lijn kiezen, zullen de volgende generaties in 2064 fier kunnen terugblikken.

Reageer:
  1. Naam*
  2. E-mail*
  3. Bericht*